vrijdag 10 juli 2009

Help ik win een hotel

In hoeverre zijn dingen voorbestemd? Al mijn hele leven loop ik schuin, zoals krabben dat doen, op mijn doelen af. Het heeft me kilometers omwegen opgeleverd. Weinig doelen heb ik bereikt. Veel cadeaus zijn daarbij in mijn schoot geworpen zonder dat ik ze wou. Misschien daardoor dat ik liefhebber ben geworden van de taoïstische manier van denken, waarbij de weg belangrijker wordt dan het doel. Een mens moet zijn falen toch zin geven?
Pas op het podium van de finale, besefte ik dat mijn deelname aan het Hotel Westende mijn persoonlijke record omweg is. Sinds het bestaan van Sex and the City ambieer ik een carrière als columniste. Ik heb dagbladen overvallen met mijn schrijfsels, mijn doel gevisualiseerd, collages gemaakt, ringtones gedownload om mezelf in de juiste mood te brengen. Ik ben nog net geen kaarsjes gaan branden.
Zo stoomde ik mezelf klaar voor gedachtevalkuilen die zich steeds verder buiten mijn persoonlijke grenzen bevonden: ‘Misschien moet je eerst gezien worden Monica, en BV worden, om daarna gehoord te worden?’ En dan nu: ‘Misschien ben ik nog niet BV genoeg?’
Geen betere plek om het ‘sterrendom’ te onderzoeken dan de States. We nemen het eerste vliegtuig richting New York om onze overwinning te vieren: Flight 61. “Ladies and gentlemen, this is your dead captain speaking. Do not panic. The automatic pilot will bring you save at your destination.” Is dat zo? Hoeven we ons enkel over te geven aan ons innerlijk doel, en komen we dan vanzelf daar terecht waar we horen?
Met een stijve nek van het omhoog kijken, stappen we 6 dagen later terug op het vliegtuig. Naast de parels van buildings, in grootte evenredig met de ego's van de makers ervan, is de lucht in New York zelfs kostbaar. Blijkbaar kan je er de ruimte boven de flatgebouwen kopen. Vandaar de uitdrukking: lucht in pakskes!
Ook deze trip heeft me een extra cadeau nagelaten: Een snowglobe met muziek blinkt nu naast mijn computer. Pas thuis ontdekte ik dat er ook licht inzit. Bliksemflitsen schieten rond de buildings wanneer de muziek speelt. “Nee, geen bliksem, “ zegt Mark, “Vuurwerk!”. ’t Is maar hoe je het beziet en welke betekenis je eraan geeft. Misschien zijn het wel deze kleine verwoordingen als uiting van onze perceptie op de werkelijkheid, die ons copiloot maken van onze bestemming?

Mooinica

maandag 6 juli 2009

De laatste loodjes

Het hotel Westende -week 11

Voor de finale krijgen we 5 hotelvorsten over de vloer. Mark en ik dompelen de gasten onder in een nostalgisch bad: een bedwelmend zeepbuffet, een chaise longue en kamerschermen voor een boudoir sfeer, een antieke piano met pianist.
Maar onze juryleden laten zich niet afleiden. In no time zijn de 7 verborgen fouten opgespoord. Ze vinden er zelfs nog bij. Wanneer de geesten van de Rotonde tijdens het diner beslissen van spookhuis te spelen, staat de boel helemaal op stelten. Het enige wat ons rest is gracieus afgaan. Vooral blijven lachen, ook al ziet niemand dat in het donker. Gewapend met kaarslicht daal ik af in de kerkers van dit ghost hotel, op zoek naar de zekeringskast. Ik ontdek kelderkamers die van Quasimodo of Blauwbaard konden geweest zijn. Over mijn lijk zal dit schip zinken deze avond.
Wanneer ik triomfantelijk in een verlichte keuken weer boven kom, is onze kok verdwenen. Ik wrijf in mijn ogen, hopend dat het om een goochelstunt gaat en dat de man gauw terug komt. En ja hoor, wat later verschijnt onze deserteur, beteuterd als een betrapte kleuter, aan de hand van zijn baas. De kwaliteit die hij daarna levert is echter om te janken. Het liefst wil ik hem weer wegtoveren.
Als 2 verzopen katten behalen Mark en ik de eindstreep van onze 24 uren shift.
Verdund, van weken zwoegen, bereiden we ons voor op het verdict van de jury. Het genadeschot schiet ons wakker ipv dood: de managers slaan ons om de oren met complimenten. Blijkbaar hebben we gescoord. Het was zelfs niet onze thuismatch. Rik De Saedeleer zou zeggen: Moet er nog zand zijn?

Stone age

Het Hotel Westende- week 10

Hollywood komt voor de halve finale bij ons op de koffie. Hoewel, onze ‘mystery celebrety’ wil Po Cha, Tibetaanse boterthee. Ik hoop op Richard Gere.
De volgende 48h is het hotel privé geboekt en zijn alle mannen ogen gericht op Sharon Stone en haar gevolg. Het is niet duidelijk wie de ster is. De acte de présence van Miss Cody, de personal assistant, is een Oscar waard.
Om beurt voeren Youri, Bruno en wij kunstjes uit voor onze Amerikaanse gasten:
Mooi rechtop zitten, Tibetaanse pootjes geven, de suite en het restaurant ombouwen tot een groene oase, een verroest kledingrek inpakken à la Christo, vibrerende fitness toestellen in en dan weer uit de suite rollen, eieren pocheren, een incognito trip door Brugge organiseren.
Beter dan in de watten, leggen Mark en ik hen tussen beddengoed van wel heel bijzondere Belgische bodem. “Slapen tussen lakens van Slabbinck, een fabrikant van priestergewaden, is als kijken onder de rok van meneer pastoor.” grapt Mark.
Dat de arme Sharon voor eeuwig geassocieerd wordt met de peepshow onder haar maatpakje wordt helaas nog eens bevestigd. Trots overhandigen Bruno en Youri een keramieken figuur met als enig menselijk merkteken een enorme spleet tussen de benen. Meer kut dan kunst naar mijn mening.
Het lijkt wel of alles in ons hotel zich heeft onderworpen aan Miss Stone’s wil. Op één uitzondering na: ik lach in mijn vuistje om de bossen lelies die weerbarstig zoals mijn Mark, weigeren open te gaan. Het is pas bij het vertrek dat enkele kelken uitdagend hun kop uitsteken.
Voor niks gaat de zon op en een bloem krijg je met geld niet open.

Revenge of the nerds

Het hotel Westende - week 9

Pikante uitspraken van het ‘doetjes’ duo tijdens de jury, zetten de toon voor de aankomende week. Eindelijk vallen de maskers. Ik ben zo opgelucht dat ik er niet bij stilsta dat het vuurpeloton op ons is gericht. De camera’s zien echter alles. Reporters achtervolgen ons met vragen over complottheorieën.
Ik heb geen tijd om op onderzoek te gaan. De kamers hebben blijkbaar unaniem gestemd voor mij als kamermeid.
Op het nippertje kan ik de interim kok redden van een hartaanval. Mijn rode kwelduivel ontspringt daarmee een weekje als souschef in de keuken. Dat Marks haren krulden van voorpret, negeer ik.
Met een zorgvuldigheid die me verbaast verwijderen de nieuwe managers elk item dat ‘Mark en Monica’ uitademt. Met minder finesse wordt de Rotonde herdoopt in paassfeer.
Als piepende kuikens op zoek naar voedsel, ontsnappen mijn partner en ik even naar Antwerpen. Thuis worden we verrast door overvloed van een andere orde. Blijkbaar is de lente zonder ons begonnen. Onze ogen slorpen gulzig het groen op dat onze woning omkranst. Geen stokken maar stelten zijn nodig om me terug naar zee te krijgen. Ik sluis wat bloesems mee voor onderweg. We arriveren samen verwelkt.
De sluisdeuren van ons hotel gaan op hun maximum open. De vangst is dan ook een kakofonie: een school kinderen, een senioren kaartersclub, garnaalvissers, volksdansers, mannequins, een glitter orkest, familieleden van het zevende knoopsgat.
“Less is definitely not more” in het rijk van Stefanie en Olivier.

Schoon schip

Het hotel Westende-week 8

Als managers van de week maken we schoon schip. Ik zie overal werk en wil alles tegelijk aanpakken. Onze matrozen rennen van stuurboord naar bakboord en terug in een poging mijn instructies op te volgen. Ik word er zeeziek van. Zo komen we niet vooruit.
Misschien beter geen kapitein dan een stuurloze?
Ik gooi mijn structuur overboord en kies een andere koers.
Leve de vrijheid, leve autonoom werken.
De bemanning waant zich al gauw op Hawaï. Komt het door de bloemen die ik overal heb neergezet, of werkt deze aanpak ook niet? Het tempo zakt naar siëstaritme.
In ieder geval fleurt de sfeer op.
Ik hoor Bruno neuriënd zijn restaurantruimte opknappen. Youri holt aan met plannen voor een kinderkamer. Olivier krijgt opruimwoede in de bar. Heeft iemand iets in hun drankje gedaan?

Mark trakteert me op externe keukenhulp voor ons tangodiner. De interim-kracht, een Nigeriaan met rastakrullen, blinkende glimlach en dito juwelen, stelt zich voor met de naam ‘Prince’. Geen bloemen, parfum of cocktailjurk kan hier tegenop als cadeau. Eindelijk mag Assepoes naar het bal.

De band speelt mijn lievelingstango, milonga del angel. Ik word een emotionele harp. Geen snaar blijft onberoerd.
Door mijn tranen zie ik onze toekomstige bazen zich voorbereiden op hun week. Ik wend mijn blik snel af.
Vanavond is het nog ons rijk. Wij zetten sprookjes op hun kop. Bij ons staat een prins aan de afwas, de stieffamilie achter de bar, en de poetsmeid met haar kwelduivel op de dansvloer!

Who's the boss

Het hotel Westende -week 7

De jury lijkt deze week wel op de casting van een B-movie. Bij gebrek aan topacteurs krijgen tweederangssterren de hoofdrollen.
Bruno en Youri worden gebombardeerd tot manager van de week. Het verrassende nieuws blijft hun in de keel steken. Hun nek zwelt terstond 2 maten.
Nietsvermoedend van mijn naderende degradatie tot wc dame en kamermeid, verschijn ik ten tonele in glitterjurk en borsalino hoed. De stofzuiger kikkert er alvast van op. Dankbaar spiegelt hij het zonlicht op mijn pailletten in honderdvoud op de muur. De kamer verandert in een toverdoos waar ik als blije discobol in ronddraai. Mijn geluk blijkt van korte duur.
Haantjesgedrag stapelt zich op tot een dreigend wolkenveld. Al gauw onweert het testosteron in ons hotel. Mijn haar komt recht te staan van de statisch geladen lucht. Is er geen elektricien in de buurt die deze kortsluiting kan fixen?
De volgende ochtend probeer ik met humor de boel te lijmen. Mijn outfit als platvloerse Antwerpse poetsvrouw werkt echter als olie op het vuur. We worden weggekogeld naar de coulissen. Mijn partner mag de rest van de week onze mobile home poetsen.
Met dit programma lijk ik wel alle sprookjes af te gaan. ’s Avonds is het feest, maar Assepoes is niet uitgenodigd. Vertwijfeld wacht ik op een petemoei die me komt bevrijden. Een ontsnappingsplan is snel beraamd. Met knalrode lippen en hooggehakt huppel ik wat later aan de arm van mijn verbannen prins naar buiten. Moderne tijden hebben ook zo hun voordelen. Wie heeft er een toverfee nodig als er een chrysler voor het hotel wacht? Laat de bazen maar baas spelen….Hello bioscoop…here we come.

Grand opening

Het hotel Westende -week 6

Na weken modeshow in werkplunje, mogen onze feestkostuums een keer uit de kast. Ik camoufleer mezelf in de kleur van de centrale muur. Zo kan ik naar believen verschijnen en weer verdwijnen als een geest die opgaat in het behang.
De rode loper ligt uitgerold voor ons hotel. Ik zie Bruno jaloers kijken naar het vurige tapijt waar sexy damesschoentjes over trippelen. Voor geen geld laat hij over zich lopen, maar wat een interessant perspectief moet dat zijn vanop de grond.

Bont verklede gasten dansen de zaal in. Het regent glitterharten. Ik vang een glimp op uit vervlogen tijden met decadente feesten en tea party’s.
Wat zouden de mensen zijn zonder feest?
Misschien moeten we in het algemeen wat meer leren snoepen van het leven en ook de afwas als een toetje zien?

Limousines laden ‘missen’ uit alsof ze in de aanbieding zijn. Miss Belgïe torent boven hen uit als de kers op de taart. Ik vang haar onzeker blik op. Met mijn ogen probeer ik haar een beetje veiligheid door te seinen, in het Frans.
Ik voel Yoeri’s geruststellend op mijn kruin. Sinds kort trakteert hij me regelmatig op dit vertederend gebaar. Miss België heeft ook nood aan troost denk ik bezorgd. Maar haar kruin is voor Yoeri te hoog gegrepen.
Wat ben ik blij met mijn één meter zestig.